Kansen voor thuiszittende leerlingen

  • jun 2020
  • 1389
Nieuwsberichten

Onderwijs op afstand
Door de coronacrisis heeft er een digitale revolutie ‘onderwijs op afstand’ plaats gevonden in de afgelopen maanden. In hoog tempo en met heel veel inzet zijn alle scholen aan de slag gegaan om ervoor te zorgen dat het onderwijs voor alle leerlingen doorgang kon vinden. Zelfs schoolexamens werden op afstand afgenomen. Deze ontwikkeling maakte Irma de Wit, senior consulent passend onderwijs en projectleider thuiszittende leerlingen nieuwsgierig naar de vraag wat wij hiervan kunnen leren, vasthouden en gebruiken om nog meer maatwerk voor (dreigend) thuiszittende leerlingen te bieden.

Vragen
De volgende vragen zijn gesteld aan ondersteuningscoördinatoren, leerplichtambtenaren en het Heliomare Interventieteam Thuiszitters (HIT).

  • Wat is er in deze coronaperiode ontwikkeld waar je trots op bent en waarvan jij kansen en mogelijkheden ziet om dat straks in te gaan zetten bij (dreigend) thuiszittende leerlingen?
  • Kun je concrete voorbeelden geven? Dit kan/mag van alles zijn. Een handige website, een zelf ontwikkelde tool, de ontdekking dat videobellen ook effectief kan zijn, etc.
  • Wat ga je vast houden en verder ontwikkelen?

Reacties
Alle respondenten waren het unaniem eens over de tijdwinst die er digitaal te behalen valt. MDO’s kunnen snel worden ingepland, waardoor acties voor leerlingen sneller worden ingezet. Bovendien biedt een digitaal MDO in sommige gevallen meer rust en veiligheid. Een leerling hoeft niet op school om tafel met een grote groep volwassenen, maar kan in een veilige thuisomgeving het gesprek aangaan. Het ‘lastiger kunnen invoelen van emoties’ werd door diverse respondenten als nadeel benoemd.

Het HIT gaf aan dat de digitale hulpmiddelen mogelijkheden bieden om op snelle en eenvoudige wijze contact met de leerling te houden. Maatwerk is hierbij de norm. Wat voor de ene leerling werkt, hoeft voor een andere leerling niet te gelden. Vind je videobellen eng, dan kan contact via WhatsApp ook. Het belangrijkste is dat je als leerling in beeld bent en blijft. Dat je gezien en gehoord wordt.

Vanuit de leerplichtambtenaren is veel waardering voor de snelle en adequate acties die vanuit de scholen zijn opgezet om het onderwijs op afstand op te zetten. Ook spreken de leerplichtambtenaren hun waardering uit voor het vso dat snel actief was voor met name de kwetsbare groep leerlingen. De vso scholen schakelden snel de hulp in van onder andere leerplichtambtenaren voor leerlingen die van de radar dreigden te verdwijnen. Telefonisch contact vanuit de leerplichtambtenaren met duidelijke afspraken was vaak al voldoende om in beweging te komen. No-escape monitoring noemde de betreffende leerplichtambtenaar dit en tijdwinst voor de toekomst. Er hoeft dus niet altijd een verzuimspreekuur plaats te vinden op het stadskantoor; een belletje is vaak al genoeg.

Hoe reageerden leerlingen op onderwijs op afstand?
Er onderscheidden zich grofweg twee groepen leerlingen in hun reactie naar plotseling volledig digitaal onderwijs op afstand:

  1. De leerlingen die opbloeien bij deze vorm van onderwijs. Vooral het wegvallen van stress en angst om naar school te gaan worden benoemd als positieve factoren. Dankbare ouders die hun kind aan het werk zien gaan en leerlingen die aangeven eindelijk geen uitzondering meer te zijn.
  2. De leerlingen die niet goed tot leren en werken komen en thuis onvoldoende ondersteuning en motivering ondervinden om dit zelfstandig uit te voeren. Veel scholen hebben dit ondervangen door een hybride vorm van onderwijs te creëren. Digitale lessen in combinatie met fysieke momenten op school.

Eén school gaf aan docenten extra taken te hebben gegeven voor deze groep leerlingen, waarbij 1 op 1 contact en 2 à 3 keer per week contact de norm was.

Vanuit de scholen is er ook veel waardering voor de enorme hoeveelheid online leermiddelen die in korte tijd ontwikkeld zijn. Dit maakte het voor scholen mogelijk om voor een vaste aanpak en structuur te kiezen.

Er is veel informatie over online-leren op internet te vinden. Zelfs zoveel dat je al snel de digitale weg kwijtraakt. De zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan,2000) en transactional distancetheorie (Moore 1993) zijn helpend om orde in de hoeveelheid informatie te scheppen en handvatten voor de praktijk te genereren.

Zelfdeterminatietheorie
Deze theorie gaat uit van drie psychologische basisbehoeften van de mens; autonomie, competentie en relatie (verbondenheid). Wanneer aan deze behoeften is voldaan, zullen mensen meer gemotiveerd zijn voor de taak die zij moeten volbrengen.

Transactional distance theorie
De transactional distance theorie van Moore is een theorie die gaat over de psychologische en communicatieve ruimte tussen docent en leerling. De leeropbrengst bij afstandsonderwijs is afhankelijk van drie factoren: dialoog, structuur en autonomie. Alleen als deze factoren in balans zijn, leert een leerling op afstand effectief.

Kansen voor thuiszittende leerlingen
Wanneer we beide theorieën afzetten tegen de feedback van de ondersteuningscoördinatoren, leerplichtambtenaren en het Heliomare Interventieteam Thuiszitters zien we de volgende kansen voor thuiszittende leerlingen:

Relatie (verbondenheid)/dialoog
Binnen deze behoefte gaat het over gehoord en gezien worden. Het gevoel hebben dat je erbij hoort. Zorg te allen tijde dat de leerling die thuis zit het gevoel heeft dat hij/zij er nog steeds bij hoort en er toe doet, dat er contact is. Mooie voorbeeld is de feedback van het HIT dat op welke manier (ook in coronatijd) dan ook, het contact met de leerling op de eerste plaats heeft gezet. Ook de school die docenten extra taken heeft gegeven om 2 à 3 maal per week 1 op 1 contact met de jongeren te hebben, is een mooi voorbeeld van het behouden en verder uitdiepen van de relatie. Leerlingen geven aan dat ze in coronatijd er weer bij hoorden en geen uitzondering meer waren.

Uitdaging
De grootste uitdaging zit in het kunnen leveren van maatwerk en het vrij maken van tijd hiervoor. Het thuisschoolmaatjes project heeft een flink aantal vrijwilligers opgeleverd. Er zijn echter maar weinig aanmeldingen vanuit de scholen gekomen. Twijfel over de kwaliteit van de geleverde begeleiding was een veel gehoord argument om niet aan te melden.

In het verder uitwerken van het thuisschoolmaatjes project waarbij oog is voor de kwaliteit van de geleverde dienst zit een kans voor de thuiszittende leerling. Verder is het altijd goed om in je achterhoofd te houden dat relatie en contact essentieel zijn om de leerling binnenboord te houden. Een appje of mailtje om van je te laten horen kost relatief weinig tijd. Verder gaf de school met het 1 op 1 contact aan deze werkwijze verder te willen ontwikkelen en uit te diepen. Interessant om dit te volgen en/of aan te haken.

Tot slot is de no escape monitoring vanuit de leerplichtambtenaar ook een mooi voorbeeld om op een snelle manier leerlingen in kaart te hebben en contact te leggen.

Autonomie
Leerlingen voelen zich autonoom wanneer zij zelf kunnen bepalen aan welke taak zij op welk moment gaan werken. Van belang daarbij is dat zij weten en begrijpen waarom de taak belangrijk is. Binnen de groep van opbloeiers die gesproken zijn, was dit een belangrijke factor voor hun motivatie: “Ik kon zelf mijn dag indelen en bepalen wanneer ik aan de slag ging”. Met name leerlingen die om medische redenen minder energie hebben, geven aan het fijn te vinden niet al hun tijd en energie te moeten stoppen in het naar de school locatie te gaan. Voor het onderwijs de uitdaging om te onderzoeken welk maatwerk er mogelijk is en hybride onderwijs vorm te geven.

Structuur
Bij structuur draait het om de mate van flexibiliteit. In hoeverre kunnen doelen, opdrachten en toetsen die zijn vastgelegd aangepast worden om tegemoet te komen aan de behoeften van de leerling? Een vraag waarover nagedacht moet worden. De reactie van een leerplichtambtenaar zegt in dit kader misschien genoeg:

“Ik kreeg daarover net een telefoontje van een moeder van 2 hoogbegaafde kinderen. De oudste is vastgelopen in het regulier onderwijs en is voorzien, na veel ellende, van een werkend maatwerkprogramma. De jongste zit in regulier basisonderwijs, waar onvoldoende ‘voeding’ gegeven wordt en aan het eind van een schooldag is hij zo moe dat er geen energie meer is voor andere, meer passende activiteiten. Moeder vroeg of een combi mogelijk is tussen deels onderwijs op school en deels onderwijs thuis. Nee dus. Niet als je nog niet bent vastgelopen. Zo triest. Terwijl de jongen compleet is opgebloeid in de weken thuis met onderwijs dat door moeder voor hem passend is gemaakt. Een verhaal voor de politiek, en ik heb moeder een aantal verwijzingen gegeven waarmee ze verder kan. Maar ook een oproep om bestaand onderwijs meer tegemoet te laten komen aan de behoeften van kinderen.”

Het testen en toetsen van leerlingen op afstand is nog een nieuw te ontdekken wereld, waarin alle scholen nu ervaring hebben opgedaan. Wat zijn hun ervaringen? Waar liepen zij tegen aan? En wat hebben zij nodig om dit verder te ontwikkelen?

Competentie
Deze behoefte gaat over de dingen doen waar je goed in bent en het benutten van talent. Het enorme aanbod van digitaal materiaal biedt creatieve kansen om hiermee aan de slag te gaan. Wat kun je naast het verplichte curriculum als leerling nog meer leren om je aanwezige talenten te benutten en verder uit te bouwen?

Handvatten en vragen
Deze eerste verkenning levert een aantal handvatten en evenzoveel vragen op die in de praktijk verder uitgewerkt kunnen worden. In deze enquête zijn bijvoorbeeld de jongeren zelf, hun ouders en de hulpverlening niet meegenomen. Wat zijn hun ervaringen en waar zien zij kansen voor thuiszittende leerlingen?

Irma hoopt dat dit artikel een eerste aanzet is voor het verder ontwikkelen van een aantal mooie zaken die wij tijdens de coronatijd ervaren en ontdekt hebben. Dat de ministers Slob en van Engelshoven ook nadenken over deze kansen werd deze week duidelijk door de kamerbrief die zij verstuurden. In deze brief geven zij aan te willen verkennen op welke manier je online lessen kunt gebruiken voor hybride onderwijs als structurele oplossing bij thuiszittende leerlingen. Dit in combinatie met fysiek onderwijs.