“Deze boom kan er gerust tussenuit”

  • sep 2021
  • 1212
Nieuwsberichten

Mensen staan, net als bomen, niet op zichzelf. Bomen hebben ondergronds netwerken van draden waarmee ze communiceren en jongere bomen voeden. Zaailingen hebben meer kans om te overleven op deze netwerken. “Met het samenwerkingsverband vo Noord-Kennemerland hebben we de afgelopen jaren net zo’n krachtig netwerk opgebouwd”, zegt directeur-bestuurder Anne Veldt. “We hebben de draden tussen jongeren, ouders, onderwijs- en andere professionals gevoed en versterkt, zodat jongeren kunnen groeien en bloeien.” In oktober draagt Anne het stokje – of de tak – over aan Gijs van de Beek.

“Bomen communiceren, delen en gunnen elkaar wat”, vertelt Anne. “Ze tappen uit een collectieve intelligentie om als bos gezond te blijven en te groeien en bloeien. Die functie heeft het netwerk van het samenwerkingsverband ook.”

Acht jaar geleden stond Anne aan het begin van de herstructurering van passend onderwijs. De opdracht klonk simpel: focus op wat kinderen nodig hebben en zorg dat de ondersteuning in de regio plaatsvindt. “Het oude systeem van de leerlinggebonden financiering, ofwel het rugzakje, werkte niet. Het aantal kinderen dat thuis zat moest naar beneden, ouders moesten sneller en beter geholpen worden en er moest een transparant systeem van toewijzing komen. De overkoepelende uitdaging was een dekkend netwerk voor alle kinderen van de regio. Wat daarvoor nodig is, leerde ik tijdens een eerdere opdracht voor de gemeente Amsterdam: de juiste focus en een sterk netwerk. Hierin wilde ik graag van betekenis zijn in de regio Alkmaar.”

Kracht van het netwerk
De opdracht van een dekkend netwerk klonk Anne daarbij te abstract in de oren. “Daarvan hebben wij gemaakt: ‘Sterke kinderen, stevige toekomst’. Dat omschrijft beter wat wij willen bereiken: ieder kind de ruimte bieden om zich te ontwikkelen en toe te groeien naar een betekenisvolle plek in de samenleving. Een diploma is niet het einde. Het gaat erom dat alle kinderen de kans hebben om hun talenten optimaal te ontwikkelen en te onderzoeken waar hun verlangen ligt.”

Bij de start van het samenwerkingsverband heeft Anne direct twee concrete uitgangspunten vastgesteld. “De eerste is: Niet praten over, maar praten met. We zijn daarom gestart met een team consulenten die samen met het ondersteuningsteam van de school het gesprek aangaan met de jongere, de ouders en de professionals. Kennen we de passie en mogelijkheden van de jongere? Weten we wat er speelt op alle ontwikkelingsgebieden? Hoe ontwikkelt het kind zich op school, thuis en met vrienden? Het tweede uitgangspunt is: Van overnemen naar versterken. Jongeren, professionals en scholen in hun kracht brengen. Wij bieden scholen trainingen. En elke school heeft een trajectvoorziening en ondersteuningsteam waarmee zij leerlingen en ouders begeleiden en versterken.”

Onderwijs is de beste zorg
Anne had telkens een duidelijk pad voor ogen. “Ik wilde van begin af aan de kracht van het netwerk benutten en zorgen dat we van en met elkaar leren. Een kind ontwikkelt zich niet alleen binnen school, maar ook in het gezin en in de samenleving. Hoe zorg je dat het kind in een gezond sociaal ecosysteem opgroeit? Dat begint met een beslissing vanuit het hart: Ja-zeggen tegen kinderen in al hun diversiteit. En dan samen optrekken.”

Daarom zocht het samenwerkingsverband de samenwerking met jeugdhulp en gemeenten, onder meer door het organiseren van zowel kleine als grote bijeenkomsten. “Een jongere kun je niet opdelen in gebieden: dit is jeugdhulp, dit is thuis, dit is school, dit is vrije tijd, dit is werk. Trek je aan het ene touwtje, dan bewegen de andere touwtjes mee. Daarom brengen wij deze gebieden bij elkaar. Het succes van passend onderwijs is de optelsom van het succes van de scholen, jeugdhulp, aanbod op het gebied van preventie en vrije tijd én van de verbinding daartussen. Een krachtig interprofessioneel netwerk is een voorwaarde om iedere jongere een stevige toekomst te kunnen bieden.”

De afgelopen jaren heeft het samenwerkingsverband dan ook hard gewerkt aan een betere samenwerking tussen de verschillende partijen. “Het ging niet zonder slag of stoot, maar gemeenten nemen passend onderwijs nu mee in hun beleid. We zijn het met elkaar eens dat onderwijs de beste vorm van zorg is voor jongeren met complexe levensvraagstukken. School is de plek waar jongeren dagelijks zijn, anderen ontmoeten en zich sociaal ontwikkelen. Ook als het even niet lukt op school, zorgen we ervoor dat de jongeren op een andere manier hun talenten kunnen ontdekken. Als je iets leert, leer je ook waar je goed in bent. Leren biedt hoop.”

Op weg naar inclusie
Passend onderwijs draagt dan ook bij aan inclusie, is Annes overtuiging. “In de afgelopen jaren hebben we veel mooie initiatieven ondernomen op weg naar inclusie. We hebben trajecten voor een goede doorstroom van leerlingen vanuit het primair onderwijs tot en met het MBO ontwikkeld. Leerlingen uit de trajectplusklas stromen in in het regulier onderwijs. We hebben een tussenjaar Intermezzo voor hoogbegaafde leerlingen en een praktijkroute in het vmbo. We zetten in op leerrecht en dat lukt. 80% van de thuiszittende leerlingen krijgt onderwijs op maat. Het Heliomare Interventieteam Thuiszitters praat in alle rust met jongeren die helemaal niet naar school gaan. Vaak gaan ze daarna naar het CLEO, waar jongeren in een veilige omgeving de route naar onderwijs kunnen vinden.”

Stil zijn en luisteren
“Wat ik mooi vind, is dat de professionals die de ondersteuning bieden stil kunnen zijn en goed naar de kinderen en ouders luisteren”, vervolgt Anne. “Ik op mijn beurt heb geleerd goed naar hen te luisteren. Professionals adviseren mij als directeur-bestuurder over wat er nodig is. En ze adviseren de netwerkpartners. Niet op basis van abstracte plannen, maar op basis van wat zij zien in de praktijk. ”

Over het algemeen gaat het nu beter met de kinderen in de regio dan acht jaar geleden, zo blijkt uit onderzoek. De kinderen krijgen passender onderwijs met betere ondersteuning. “En toch: een goed antwoord geven op wat iedere jongere nodig heeft, is en blijft een zoektocht. Maar als we stil durven worden, naar onze jongeren en elkaar luisteren en ons netwerk op basis daarvan steeds verder verbeteren, dan zijn we volgens mij op de goede weg.”

Waar Anne trots op is, is het team van het samenwerkingsverband en de weg die zij met hen heeft afgelegd. “Het samenwerkingsverband heeft een prachtig deskundig team. De kracht van dit team is dat ze waarderend met elkaar omgaan. Zoals ze vooral kijken naar wat een kind wel kan, zo kijken ze ook naar elkaar. Door de co-creatie in de regio en zelforganisatie in het team zijn we uitgegroeid tot een gezond bos, dat niet afhankelijk is van mij. Deze boom kan er gerust tussenuit.”

Plek om te wortelen
Het team gaat nu verder met Gijs van de Beek. “Ik gun Gijs een heel mooie plek om te wortelen, onderdeel te zijn van het netwerk. Zijn uitdaging is de verbindingen binnen het netwerk verder te versterken. Want dat gebeurt niet vanzelf, het kost aandacht en tijd. En deze verbindingen zijn noodzakelijk om onze opdracht te realiseren. Wat ik nu ga doen? Ik heb mijn talenten de afgelopen acht jaar mogen inzetten om samen met alle bevlogen mensen aan onze opdracht te werken. De kinderen in de regio krijgen de ruimte om te kijken wat hun verlangen is. Die ruimte neem ik nu ook, om te kijken waar mijn verlangen mij brengt.”